Jouw contactpersoon
Op 20 mei 1822 vond het huwelijk van de eeuw plaats in het kasteel van Leut. De sierlijke bruid heet Pauline de Billehé de Valensart, een dame van 22 jaar uit Maastricht waar haar papa burgemeester is. Hij bezit in die tijd het kasteel van Leut. De jonge bruidegom van amper 19 jaar heet Charles Vilain XIIII, en is afkomstig uit de allerhoogste adellijke kringen in ons land. Het jonge koppel geeft elkaar het ja-woord, en sindsdien draagt het kasteel zijn naam. De liefde tussen hen blijkt zeer groot, ze zouden maar liefst zeven dochters krijgen.
200 jaar later staat er weer heel wat te gebeuren in het kasteel van Leut, waarvan Toerisme Vlaanderen eind vorig jaar eigenaar werd.
Vlaams minister van Toerisme Zuhal Demir: “In de zomermaanden juli en augustus stellen we de poorten van het kasteel voor een eerste maal open. Bezoekers kunnen er terecht voor een gratis expo over het kasteeldomein en er komt een tijdelijke horeca invulling. Dit vormt meteen ook de eerste stap richting een nieuwe toekomst van dit prachtige stuk erfgoed.”
Bezoekers maken in het kasteel kennis met de fascinerende familie Vilain XIIII en met de latere transformatie van het kasteel tot ziekenhuis. Je kan er het kasteeldomein zoals het er vandaag uitziet bekijken door de lens van Titus Simoens en je kan tot slot ook zelf mee bouwen aan de toekomst van het kasteeldomein.
Het kasteel Vilain XIIII bevindt zich tussen Leut en Meeswijk in de gemeente Maasmechelen. Het kasteelpark sluit aan op de riviervallei van de Maas, met aan de overkant van de rivier Nederland.
“Het kasteel van Leut zal één van de speerpunten worden binnen het nieuwe Vlaamse kastelen- en tuinennetwerk dat we met Toerisme Vlaanderen onder impuls van minister Demir uitbouwen. Maar daarnaast is de herbestemming van dit prachtige kasteeldomein ook een praktijkvoorbeeld van ‘Reizen naar morgen’, de nieuwe strategische visie van Toerisme Vlaanderen waarin toerisme niet langer als een doel op zich wordt gezien, maar als een middel om zowel de bezoekers, de plek, de omwonenden als de lokale ondernemers te laten floreren.”