Jouw contactpersoon
Dit servicepunt voor wandelaars en fietsers bestaat onder meer uit een automaat waar passanten terecht kunnen voor onder andere wandel- en fietskaarten, binnenbanden, een fietsreparatiekit, energierepen- en dranken en praktische producten zoals zonnecrème of een EHBO-kit.
Koen Sleypen, schepen van toerisme:
Dankzij deze automaat hebben toeristen ook buiten de openingsuren toegang tot de belangrijkste toeristische informatie. Op heel wat toeristische locaties worden bandenautomaten geplaatst, zodat fietsers ook buiten de openingsuren van fietsenwinkels gedepanneerd kunnen worden. Dat vonden we zeker ook een meerwaarde voor Dilsen-Stokkem, onlangs nog verkozen tot Fietsgemeente 2024. Vandaar dat we een subsidiedossier hierover indienden bij Toerisme Vlaanderen. Het servicepunt omvat ook een reparatiezuil met fietspomp en gereedschap én een lockerkast waarin bezoekers hun fietsbatterij of smartphone kunnen opladen.
Het bezoekerscentrum is als toegangspoort tot het RivierPark Maasvallei een beginpunt van diverse fiets- en wandelroutes in deze prachtige en veelzijdige regio. Met de nieuwe picknickzone maakt de stad Dilsen-Stokkem hier met steun van Toerisme Vlaanderen nog meer een ontmoetingsplaats van. Bezoekers kunnen er in dialoog gaan met het landschap en de natuur, die ze er ten volle kunnen beleven. Met het bijbehorende servicepunt wordt de bezoeker verder ontzorgd, ook wanneer het visitorcentrum gesloten is. Zo worden de pittoreske maasdorpjes en het rivierlandschap in dit park nog toegankelijker om te verkennen.
De picknickzone situeert zich tussen de parking en het bezoekerscentrum en bestaat uit 4 picknickbanken, waarbij ook gedacht werd aan rolstoelgebruikers. De picknickbanken kunnen gebruikt worden door toeristen, de lokale bewoners en jeugd, schoolklassen die een educatieve workshop volgen in Visitor Center De Wissen. Daarnaast kunnen kinderen spelen in de 3 speelhutten uit wilgentakken in de tuin werden geplaatst.
Het totale project kost zo'n 23 000 euro, waarvan Toerisme Vlaanderen 60% subsidieert. De overige middelen draagt de stad zelf bij.