BMCC: het eerste M+-label in Vlaanderen

BMCC © Filip Dujardin

Jouw contactpersoon

Het Bruges Meeting & Convention Center, kortweg BMCC, is een gloednieuw beurs-, meeting- en congrescentrum in het hartje van de Brugse binnenstad. Bij de bouw werd van bij het begin rekening gehouden met toegankelijkheid. Die inspanningen zijn nu bekroond met het gegeerde M+-label voor toegankelijke congresinfrastructuur.

Sarah Cornand is directeur van het BMCC. Els Pieraerts was bij het project betrokken als kersvers toegankelijkheidsambtenaar van Stad Brugge. En Yiling To is toegankelijkheidsadviseur bij het Vlaams expertisecentrum Inter, dat het project van nabij opvolgde. We gingen in gesprek met hen over de realisatie van het toegankelijke BMCC-gebouw en het behalen van het M+-label.

Sarah Cornand , directeur BMCC, is de vrouw in het midden, met de donkere haren

Het BMCC-team met Sarah Cornand ,directeur BMCC, in het midden.

 

Sarah: “Vroeger stond hier de ‘Beurshalle’ – een gebouw uit de jaren 60, dat verouderd was geraakt. In 2015 is Stad Brugge aan een stadsvernieuwingsproject begonnen. De Beurshalle werd afgebroken en op dezelfde plaats werd een nieuw gebouw gezet met ruimte voor beurzen, meetings, congressen en (publieks)evenementen. Het winnend ontwerp was van de hand van de Portugese architect Eduardo Souto de Moura, het Antwerpse architectuurbureau Meta en bouwgroep CFE. Eind 2021 vond de oplevering plaats en in januari 2022 zijn we officieel opengegaan.”

Els: "Het BMCC ligt in de oude binnenstad, bij het station en vlakbij een bushalte. Die ligging is een troef als het gaat om toegankelijkheid.”

Sarah: “Bij het ontwerp heeft het bouwteam goed nagedacht over hoe bezoekers door het gebouw circuleren. Dat moest logisch en intuïtief zijn. Niet evident, want het gebouw heeft veel niveauverschillen. En de ruimtes kunnen apart verhuurd worden, dus bezoekers met een beperking moesten ook elke afzonderlijke ruimte goed kunnen bereiken. Allemaal dingen waarmee de stad Brugge van bij het begin rekening heeft gehouden, zelfs al bij de opmaak van het bestek.”

 

Functioneel en esthetisch

Sarah: “We hebben over heel het gebouw een zeer hoge graad van toegankelijkheid nagestreefd. Dat begint al bij de ingang. De deuren zijn zwaar, maar dankzij slimme technische ingrepen zijn ze toch voor iedereen vlot te bedienen.”

Els: “De liften werken met gesproken instructies, voor bezoekers met een visuele bekering: ‘de deuren sluiten’, ‘we zijn nu op de tweede verdieping’... Zelfs in de goederenliften is dat zo, en dit is dan weer zeer handig voor medewerkers (en leveranciers) met een visuele beperking.”

Sarah: “De balies zijn gedeeltelijk verlaagd, met het oog op rolstoelgebruikers en bezoekers met beperkte mobiliteit. Alle vergadertafels zijn onderrijdbaar, en we hebben ook lage receptietafels. Het was niet eenvoudig om die te vinden. Veel leveranciers verkopen alleen hoge tafels, terwijl ze die makkelijk een korter onderstel zouden kunnen geven. Hopelijk hebben we een paar leveranciers wakker geschud met onze vraag naar aangepast materiaal.”

Els: “De afwerking is ook heel belangrijk. In de aangepaste toiletten, bijvoorbeeld, hebben we de spiegels, de zeepdispenser, de kleerhaakjes en dergelijke laag genoeg gehangen. Een simpele ingreep, maar het wordt vaak vergeten.”

Sarah: “Voor bezoekers met een visuele beperkingzijn de ruimtes geschilderd in contrastkleuren, in een stijlvol palet van zwart, wit en grijs. Functioneel én esthetisch.”

Yiling: “We hebben ook met contrastkleuren voor de vele glaspartijen en de deurlijsten. De ontwerpers hebben dat mooi geïntegreerd in hun concept.”

Sarah: “In het auditorium kunnen we de eerste rij stoelen wegnemen: zo komt er extra plaats voor rolstoelgebruikers en hun begeleiders. Die worden dus niet verbannen naar een hoekje van de zaal. Zo geef je mensen een gevoel van erkenning.”

Els: “Het auditorium is ook aangepast voor bezoekers met een auditieve beperking. Zij kunnen een app downloaden, zodat ze het geluid uit de microfoon rechtstreeks binnenkrijgen via hun hoorapparaat.”

 

Intensief overleg

Yiling: "Met Inter zijn we van bij het begin nauw bij het project betrokken geweest. ’t Was een grote werf, dus er is intensief overlegd. Dat kost tijd, maar als je het structureel en doordacht aanpakt, en je begint er vroeg genoeg mee, dan win je tijd én geld. Een tip voor andere bouwheren: neem toegankelijkheid van bij het begin mee. Van in de bestekfase.”

“Bij Inter hechten we veel belang aan universal design. Dat houdt in dat de toegankelijkheidsingrepen geïntegreerd zijn in het ontwerp, en dat het gebouw zo is ingericht dat iederéén er makkelijk terechtkan, niet alleen mensen met een beperking. In het BMCC zijn bijvoorbeeld zo weinig mogelijk drempels: dat is ook fijn voor ouderen, mensen met kinderwagens, leveranciers, cateraars...”

 

Pluim op de hoed

Sarah: “We zijn bijzonder trots dat we met dit project het M+-label behaald hebben. Nu kunnen we organisatoren van meetings, beurzen en congressen verzekeren dat hun gasten hier echt welkom zijn, ook als ze een beperking hebben. Voor BMCC is dat een mooie troef. Het resultaat mag gezien worden. We zijn de stad, het bouwteam en Inter dan ook erg dankbaar. Een pluim op hun hoed!”

Zelf ook aan de slag gaan met toegankelijkheid in je congres- of eventlocatie?