“Ik ben laatblind, zoals dat heet: tot mijn 27ste kon ik zien. Sindsdien ben ik me vooral gaan inzetten voor andere blinde en slechtziende mensen. Ik vertrek altijd van mijn interesses, wat ik graag doe en goed kan, omdat je daarmee het grootste verschil kan maken. En ik voel me daar goed bij.”
Je bent medeoprichter van Zicht op Cultuur. Wat doet die organisatie?
“Wij zijn een socioculturele beweging die een brug wil helpen leggen tussen blinde en slechtziende mensen en zienden. Ik ben ervan overtuigd dat we een wereld kunnen maken voor iedereen als we vertrekken vanuit onze eigen kracht en in dialoog gaan met elkaar.”
“We hebben onze naam onlangs veranderd in Symfoon. De ‘cultuur’ in ‘Zicht op cultuur’ werd nogal eens in enge zin geïnterpreteerd: kunst en zo. Maar voor ons is het een veel ruimer begrip. Het dekt alles wat er gebeurt in een samenleving en waar blinde en slechtziende mensen dus ook mee te maken krijgen: mobiliteit, digitalisering, vereenzaming… De specifieke problemen die wij ondervinden, gaan we proberen in dialoog met de ziende wereld op te lossen.”
Kun je daar een concreet voorbeeld van geven?
“We hebben onlangs een project uitgewerkt om cinema toegankelijk te maken voor blinde en slechtziende mensen. In Nederland is er in 2015 een app uitgekomen die audiodescripties geeft bij Nederlandse films en series - beschrijvingen van wat er allemaal gebeurt op het scherm. We hebben contact met de ontwikkelaars opgenomen en zijn met hen tot een overeenkomst gekomen. Vervolgens hebben we de Vlaamse overheid gevraagd: kunnen we samen zorgen voor audiodescripties bij films die hier gemaakt worden? Sindsdien zijn alle Vlaamse films die subsidies krijgen verplicht om een audiodescriptie uit te werken. Je kan die via de app Earcatch downloaden, en gewoon samen met je ziende vrienden een bezoekje aan de bioscoop brengen.”
Je maakt zelf audiodescripties voor musea en bezoekerscentra.
“Ja, dat is begonnen met abdijmuseum Ten Duinen in Koksijde. Ze hadden me gevraagd om een blindscript te maken van hun virtual reality. Dat is zo goed verlopen dat ze nu regelmatig bij me aankloppen voor soortgelijke projecten. Ook het bezoekerscentrum van Sint-Baafs, dus.”
Hoe heb je dat aangepakt?
“Ik heb eerst enorm veel gelezen. Niet zozeer over de schilderijen van Jan van Eyck, maar vooral over de tijdsgeest waarin ze tot stand zijn gekomen. Ik vind het heel belangrijk om mensen een beleving te kunnen aanbieden, en daarvoor moet je ze kunnen onderdompelen in die tijd. De volgende stap was de tentoonstelling zelf onder te loep te nemen en na te gaan: hoe kan ik daar een rode draad in brengen, wat is het verhaal? Waar begin ik, waar eindig ik, en wie neem ik als hoofdpersonage? Ik werk graag met vertellers, in dit geval personages uit het Lam Gods. Allemaal met het oog op een zo sterk mogelijke beleving.”
“Vervolgens schrijf ik de basisteksten, en ga ik samen met iemand die goed ziet de werken bekijken. De bedoeling is vooral dat we ons concentreren op dingen die anders zijn dan je veronderstelt. Ik ken een paar mensen die daar enorm goed in zijn. Momenteel ben ik bijvoorbeeld bezig met een audiodescriptie van een werk van Rubens. Maria heeft er een rode mantel aan in plaats van het klassieke blauw. Zoiets kan je gebruiken in je verhaal.”
“Eigenlijk is het een constant selectieproces. Wat draagt bij tot de beleving, en wat kan je schrappen? Je begint met een heel lange tekst, die alsmaar korter wordt. Allemaal met het doel een goede beleving te bieden en een samenhangend verhaal te vertellen. De toets is voor mij: kan iemand die niets van kunst weet die tekst lezen en navertellen? Als dat lukt, is het oké.”
Je bent dus niet vertrokken van de gewone audioguide?
“Ik heb die wel gelezen, maar vaak verwijst die naar objecten achter glas, waar een blinde of slechtziende misschien niet veel aan heeft. Ik mik liever op de beleving dan daar uitgebreid uitleg over te geven. Je blinde bezoekers moeten het gevoel hebben dat ze even meegenomen worden naar een andere eeuw. Naar wat er toen gebeurd is, wat het in die tijd betekende, en wat het ook nu nog betekent. Het verhaal heeft voorrang op de beschrijving van een object.”
Het bezoekerscentrum van Sint-Baafs heeft een voelpaneel laten maken van het Lam Gods. Wat vind je daarvan?
“Ik was niet betrokken bij de ontwikkeling, maar ik heb het natuurlijk wel uitgeprobeerd. De tekening is in reliëf aangebracht, zodat je de contouren kan voelen. Het eerste wat ik gedaan heb, is het lam zelf gaan zoeken. Ik had daar heel veel over gelezen, maar ik ben toch hard geschrokken omdat het zo klein was. In mijn voorstelling nam het veel meer plaats in. Zo’n voelpaneel is voor mij absoluut een meerwaarde, maar je moet wel eerst de audiodescriptie gehoord hebben, zodat je weet wat je precies gaat voelen en hoe je dat het beste aanpakt. Als je dat niet doet, mis je de helft. Vooral bij een groot schilderij als het Lam Gods.”
“Een rondleiding met audiodescriptie is sowieso een meerwaarde voor musea en erfgoedsites. En doordat we de nadruk leggen op het verhaal, is die niet alleen geschikt voor blinde en slechtziende mensen. Ook bezoekers die niet zo goed thuis zijn in de kunstwereld hebben er iets aan. Ze kunnen je museum bezoeken zonder dat ze dikke boeken gelezen moeten hebben over die periode. Wat ze moeten weten om de opstelling te begrijpen, geef je mee in je verhaal. In abdijmuseum Ten Duinen is bijvoorbeeld gebleken dat kinderen liever de audiodescriptie hebben dan de gewone audioguide. Het verhaal spreekt hen aan. En dat is natuurlijk heel prettig om te horen!”