Taalwetgeving in internationaal onthaal

receptie onthaal hotel
Voor wie in de toeristische sector werkt en met anderstalige bezoekers te maken krijgt, ligt het voor de hand om toeristen zoveel mogelijk verder te helpen in de eigen taal. Dus willen we ze in andere talen te woord staan en anderstalige brochures aanbieden of websites of applicaties in meerdere talen. Maar het taalgebruik in ons land is ‘gevoelige materie’. De algemene regel is dat je als overheidsdienst in bestuurszaken 'berichten bestemd voor het publiek' stelt in de 'streektaal'. Daarmee wordt niet een of ander dialect bedoeld, maar - in Vlaanderen althans - het Nederlands. Gelukkig bestaan er voor het toerisme uitzonderingen op die algemene regel.

Wat zegt de taalwetgeving?

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) heeft in een brief aan de gemeentebesturen duidelijk uiteengezet hoe de vork aan de steel zit. We kan die omzendbrief verderop downloaden. De essentie: de streektaal blijft altijd de eerste taal, maar communiceren in andere talen (in Vlaanderen minstens het Frans en het Duits) is mogelijk als voldaan is aan 4 voorwaarden:

  1. De gemeente is eerder al erkend als toeristisch centrum.
  2. De gemeenteraad beslist om voor toeristische doeleinden anderstalig te communiceren.
  3. De VCT wordt daarvan binnen de 8 dagen op de hoogte gesteld.
  4. De gemeente is verplicht om deze mededelingen in minstens de 3 landstalen te verspreiden, met voorrang voor haar bestuurstaal. Voor erkende gemeenten in Vlaanderen is dat het Nederlands, het Frans en het Duits, met voorrang voor het Nederlands.
     

Onze gemeente is niet erkend als toeristisch centrum, wat dan?

Als het gaat over de erkenningsvoorwaarde, verwijst de VCT in haar omzendbrief met betrekking tot het begrip 'toeristisch centrum' naar "de daartoe bevoegde overheden (bv. FOD Economie, FOD Werk, ...)". 'Bevoegde overheden' is dus niet strikt omschreven, al wekken de genoemde voorbeelden de indruk dat een voorafgaande erkenning nodig is van een gemeente (of deel ervan) in het kader van de zondagsopening van handelszaken of het werken op zondag. 

De praktijk laat zien dat lokale besturen ook daarbuiten voor toeristische doeleinden frequent gebruik maken van andere talen dan het Nederlands. Nochtans - volgens de taalwetgeving _ kan een gemeente die niet erkend is als toeristisch centrum voor bestuurzaken slechts in uitzonderlijke gevallen communiceren in andere talen dan het Nederlands. Deze uitzonderingsgevallen worden toegelicht  door de Taalwetwijzer. Geen van deze uitzonderingsregels kan echter ingeroepen worden om op een structurele wijze in - bijvoorbeeld - het Engels te communiceren met toeristen. 

De VCT heeft in een nota haar adviezen over het gebruik van het Engels door besturen gebundeld:   

Info m.b.t. de erkenning als toeristisch centrum

Lijst van de toeristische centra erkend door FOD Economie (wetgeving op sluitinguren en wekelijkse rustdag)

Lijst van de toeristische centra erkend door FOD Werk  (wetgeving zondagswerk)

Wie hieromtrent nog verdere verduidelijking wil, verwijzen we graag door naar het Steunpunt Taalwetwijzer of het opleidingsaanbod van VVSG.

En wat als de communicatie niet uitgaat van een gemeentelijke dienst?

In gemeenten erkend als toeristisch centrum gelden voor (bijvoorbeeld) provinciedomeinen of -recreatiecentra of (Vlaamse) natuureducatieve onthaalcentra, niet altijd of per se dezelfde taalregels als voor de gemeentediensten daar. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) neemt hierover een genuanceerd standpunt in. In uitzonderlijke gevallen en onder bepaalde voorwaarden mogen deze attractiepunten naast de streektaal ook in andere talen communiceren. Voor meer duiding hieromtrent kan je contact opnemen met Steunpunt Taalwetwijzer.

Download de omzendbrief

Toelichting taalwetgeving VCT (2016)